In het wetsvoorstel differentiatie overdrachtsbelasting geldt het huidige belastingtarief van 2% voor woningen vanaf 1 januari 2021 alleen nog maar voor verkrijgers die daadwerkelijk in de woning gaan wonen. Beleggers die een woning voor de verhuur kopen, kopers van een tweede huis en/of recreatiewoning (niet permanent bewoond), betalen dan 8%.

Beleggers opgelet: bij overdrachten binnen 6 maanden, wordt vaak overeengekomen dat de verkrijger het belastingvoordeel van art 13 WBR aan u vergoed. Dit betekent niet dat u de door u betaalde overdrachtsbelasting volledig van de koper vergoed krijgt. Als binnen 6 maanden aan een starter wordt overgedragen, dan krijgt u op grond van de modelclausules geen overdrachtsbelasting retour van een koper die de startersvrijstelling heeft.

Starters

Een eenmalige vrijstelling gaat gelden voor verkrijgers die aan de nieuwe voorwaarden voor het 2% tarief voldoen én op het moment van de verkrijging meerderjarig zijn, maar jonger dan 35 jaar (lees ook onze eerdere column). Zij worden in het wetsvoorstel starter genoemd, ook als zij feitelijk geen starter op de koopwoningmarkt zijn. Voorlopig zal deze vrijstelling voor 5 jaar gelden. De starter moet onmiddellijk voorafgaand aan de verkrijging verklaren dat hij/zij aan de voorwaarden voldoet door bij de notaris een “hoofdverblijfverklaring” te tekenen.

Aanhorigheden. 

Op de verkrijging van aanhorigheden (bv. een schuur of garage) kan ook de startersvrijstelling of het 2% tarief worden toegepast, als deze gelijk met de woning worden verkregen. Is de aanhorigheid en de woning van verschillende personen, dan moet de verkrijging op dezelfde dag plaatsvinden, anders betaalt men 8%.

Volgende week meer informatie over kopers waarvan de ene partner wél en de andere partner niet aan de voorwaarden voor de startersvrijstelling voldoet.