Het kan zijn dat er in een testament een bepaling staat dat kinderen die erfgenamen zijn, recht hebben op een rentevergoeding over hun erfdeel (de vordering die zij op de langstlevende ouder hebben).

Stel: de ouders waren voor 2018 getrouwd in algehele gemeenschap van goederen, er zijn 2 kinderen, het totale vermogen is € 360.000,-. Als er geen testament is, dan geldt de wettelijke verdeling. De nalatenschap is de helft van de gemeenschap van goederen: € 180.000,-. De kinderen en de langstlevende ouder verkrijgen ieder 1/3e: € 60.000,-. Het erfdeel van de kinderen is onder meer pas opeisbaar bij overlijden van de langstlevende.

Omdat er geen testament is gemaakt, is er volgens de huidige wettelijke bepaling géén rentevergoeding over de vorderingen van de kinderen. Was er wel een testament, dan had daarin een maximale rentevergoeding van 6% samengesteld (rente op rente) opgenomen kunnen worden. Bij overlijden van de langstlevende ouder mag de vordering van de kinderen, ieder € 60.000,- én tevens de opgebouwde rente van hetgeen de langstlevende nalaat worden afgetrokken.

De rente zou 10 jaar na overlijden van de eerste ouder € 47.451,- per kind zijn. Over totaal € 214.902,- hoeven de kinderen dan geen erfbelasting meer te betalen. Hiernaast hebben zij ook nog ieder de vrijstelling voor de erfbelasting in verband met het overlijden van de langstlevende ouder, thans € 21.559,-. Een testament met een hoge rente kan dus fiscaal veel voordeel voor erfgenamen opleveren. Wat staat er in uw testament over rente?