Op Koningsdag mag de oranje tompouce (of tompoes) niet ontbreken, maar vanwaar deze naam? Tom Pouce is de Franse vertaling van Tom Thumb (letterlijk: Tom Duim). Dit personage kwam al voor in Engelse kinderverhalen uit de 17e eeuw.
Een mannetje niet groter dan de duim van z’n vader, zoals Klein Duimpje, al is dat verder een heel ander verhaal. Tompouce werd in het Nederlands een benaming voor allerlei kleine dingen, zoals het lekkere gebakje waar niet alleen ik verzot op ben.
Tom Poes verzin een list
Velen zullen ook denken aan Tom Poes, de metgezel van Ollie B. Bommel in de verhalen van Marten Toonder. Schrijfster en illustratrice Phiny Dick, de vrouw van Toonder, zou de naam van deze slimme poes hebben bedacht. Heer Bommel gedraagt zich in deze strip voornamelijk als een antiheld. Hij is over het algemeen dom, ijdel, onzeker, naïef, onpraktisch, laf (terwijl hij zelf juist zo graag prat gaat op zijn vermeende dapperheid).
Bommel is onnadenkend, kortzichtig, impulsief, kleinzielig, koppig, betweterig en onvoorzichtig in zijn oordelen, heeft erg veel zelfmedelijden, maar is ook volstrekt eerlijk en goed. Met zijn ondoordachte en onbesuisde acties veroorzaakt hij vaak problemen.
Door zijn kortzichtigheid en zelfoverschatting heeft hij niet altijd in de gaten dat zijn vriend Tom Poes alles oplost. Telkens horen we Bommels verzuchting: “Tom Poes, verzin een list”. Hij gunt echter Tom Poes zelden de eer die hem toekomt en geeft hem de schuld van de moeilijkheden die hij zelf heeft veroorzaakt.
Als Tom Poes de situatie weer eens heeft weten te redden, dan speelt Heer Bommel de held. Anderzijds heeft heer Bommel zijn hart moreel gezien volledig op de goede plek. Hij is altijd bereid om te hulp te schieten waar nodig en wordt door zijn barmhartigheid tot grootse daden aangezet.
Allemaal een barmhartige Koningsdag gewenst!
Rinske Mantel