“Als gevolmachtigde van mijn moeder dacht ik dat ik mijn functie naar mijn eigen hand kon zetten. Ten slotte was ik als oudste in ons gezin de aangewezen persoon om alles te regelen. Dat klinkt in eerste instantie best lekker: geen gedoe, gewoon de touwtjes in handen én mijn moeder heeft mij immers vertrouwd om haar belangen te behartigen. Wat zou er mis kunnen gaan?
Maar toen ik de regels in haar levenstestament nog eens goed doorlas, dacht ik, dit moet ik toch anders aanpakken. Er stonden allerlei beperkingen in: boven bepaalde bedragen en bij de verkoop van het huis moet ik eerst toestemming vragen aan mijn broers en zus. Het blijkt dat je als gevolmachtigde niet zomaar alles mag beslissen. Eigenlijk weet ik ook wel dat mijn moeder hier ooit iets over gezegd heeft. Moeders wil is dus nog steeds wet!
Zoals de notaris de akte met haar heeft opgesteld, wordt gezorgd dat er een soort van controle voor en achteraf is op mijn handelen, om te voorkomen dat ik mijn macht misbruik. Dus besloot ik maar eens met de andere kinderen om tafel te gaan. Geen zin in ruzie en ik wil ook niet dat er later onenigheid ontstaat. We zijn tenslotte familie en het zou zonde zijn als mijn goedbedoelde regelen veroorzaakt dat we met elkaar in de clinch komen te liggen.
We gaan daarom met z’n allen om ’n koppie bij de notaris. Zij zal ons gaan helpen bij het opzetten van een handige wijze van onderlinge communicatie en vertellen hoe ik het beste rekening en verantwoording aan de andere af kan leggen.”
Gelukkig wijst dit praktijkvoorbeeld uit dat met goede wil en communicatie, families heel goed met elkaar zaken kunnen regelen voor het geval een ouder daar niet of niet meer geheel toe in staat is.
Rinske Mantel