Ik fietste laatst door de straat De Gonzer en vroeg mij af: Gonzer, wat is dat eigenlijk? Het blijkt een Westfries woord en als ik Jan Pannekeet erop na sla, is het een bromvlieg. Tja die komen straks weer, raam van de passeerkamer lekker open op kantoor en dan komt er om de haverklap zo’n brutaal beest binnen.

Met zijn laagfrequente gebrom mijn voorlezen van de akte verstorend, overal landen en voor de rake klap is hij mij meestal te snel af. Ik zie het al weer helemaal voor mij. Is er over dit irritante insect toch nog wat positiefs te melden? Het is natuurlijk wel een doorzetter en een ware strateeg in het testen van je geduld, bovendien is het dan een teken dat het zomer is.

Dus kom maar op Gonzer, ik heb zin in de zomer. Wel vraag ik mij af waarom er ooit een straat naar dit dier is vernoemd. Mocht iemand dat weten, dan hoor ik het graag. Ik heb inmiddels menig Westfries gevraagd of zij wisten wat een Gonzer was, maar tot nu toe kreeg ik alleen de wedervraag of mijn veronderstelling wel klopte. Het staat toch echt in het Westfries woordenboek.

Bij de G kom kom ik nu ook nog het mooie woord “geniesen” tegen. “Dat hew ik geniesen zoid” en even verder “gruizig”, vertaling Hongerig, eetlustig. Hartstochtelijk, wellustig. Tot zover mijn onderzoek in mijn Westfrieze woordenboek. Morgen maar weer eens een andere letter bestuderen.

Rinske Mantel